Home - Wie ben ik? - Mijn schrijfsels - Schrijven op opdracht - Contact


Mijn schrijfsels
   
   
Opdrachten
Bang voor morgen
  Afmaakopdracht
Het mooiste kerstcadeau
 
Kinder- & jeugdverhalen
  Fee
 
Engels
  Rainy Night
   
Drama
Het gevaar
  Rozen verwelken
 
Column
Schookrant
  Nu
   
   

Het verhaal van Fee
geschreven in de 2e helft van 2008


Hoofdstuk 1 - 2 - 3 - 4 - 5

Hoofdstuk 1, Fee

Er was eens een fee die Fee heette. Of eigenlijk moet ik zeggen, er is een fee die Fee heet, want het verhaal wat ga vertellen is niet van lang geleden, maar van nu. Fee woont niet, zoals zo vaak gedacht wordt, in een magische wereld. Ze woont ook niet in een ver land of in een prachtig bos. Ze woont gewoon bij mij, in m’n flat, midden in de stad. Ik wist eerst ook niet dat feeën ook gewoon midden in de stad wonen. En zeker niet dat ze de huizen van mensen delen. Ik wist zelfs niet eens dat ze bestonden, maar het is echt zo.
   Zie je, feeën zijn magische wezens en voor hen maakt het niet uit of de omgeving magisch of saai is – overal waar zij komen, wordt de omgeving automatisch magisch. Het is alleen jammer dat mensen dat meestal niet weten en de feeën zeker bijna nooit kunnen zien. Ik kon dat eerst ook niet. Feeën kun je alleen zien in de weerkaatsing van het zonlicht. Wanneer de zon heel scherp is, zo scherp dat je met je ogen moet knijpen om iets te kunnen zien, zou je, in de weerkaatsing van die felle zon op een glimmend oppervlak, een fee kunnen zien. Maar dan moet er natuurlijk wel net een fee op die plek zijn. Het lukt mensen bijna nooit om feeën te zien, omdat je wel je ogen helemaal open moet doen en dat gaat niet als de zon zo fel is. Als je ’t met een zonnebril zou proberen, lukt het ook niet, want een zonnebril is een soort van vals spelen en dat werkt natuurlijk nooit!
   Er is nog een andere manier om feeën te zien. ’t Is niet zo zeer zien met je ogen als weten dat ze er zijn. Zo heb ik Fee leren kennen. Heb je ooit weleens een poes intens in het niets zien staren? Soms lijkt het alsof ze hele gesprekken voeren met een pluisje op de muur of een schaduw in een hoekje. Feitelijk voeren ze dan een gesprek met een fee. Poezen en feeën zijn al heel lang vrienden. Je zou het niet denken, omdat poezen jagen op alles wat beweegt en fladdert – en feeën kunnen heel goed fladderen. Maar toch is het zo. Er is een heel uitgebreid verhaal wat vertelt over het ontstaand van deze vriendschap, maar dat is niet het verhaal wat ik nu wil vertellen. Misschien kom ik daar later nog op terug. Voor nu is het genoeg om te weten dat poezen en feeën dikke vriendjes zijn en dat je dus aan je poes kan vragen of er misschien ook een fee bij jou in huis woont. Dat heb ik namelijk ook gedaan. Miezemies, mijn poes, kon uren naar hetzelfde hoekje staren. Soms zat ze daar alleen maar, maar soms leek het ook wel of ik haar kon horen lachen. Ik ben er toen een poosje naast gaan zitten, maar ik kon niet zien wat zij zag. Toen heb ik het haar gevraagd en zij vertelde me van Fee.

Fee is een meisjesfee en ze is 12 jaar oud. Voor feeën is dat nog heel jong, want feeën kunnen wel 200 jaar worden. Fee heeft 31 oudere broers en zussen. Toen Fee geboren werd waren de namen op. Feeën gebruiken namelijk alleen namen die met een F beginnen en na 31 namen verzonnen te hebben wisten haar ouders geen nieuwe naam te verzinnen voor hun dochter. Ze hadden zelfs – per ongeluk - al een naam dubbel gebruikt. Fee’s 3 na oudste broer (nummer 5 in de rij) heet Florus, haar 10e broer heet Floris, wat nog wel gebruikelijk is – vaak hebben feeën een voorkeur voor een bepaalde naam en verzinnen er dan zoveel mogelijk variaties op. Maar Fee’s één na jongste broer heet ook Florus en dat was niet de bedoeling. Florus I was op het moment van de geboorte op reis en kwam pas een aantal weken later terug. Een feeënbevalling is altijd een heel feest en in het feestgewoel waren Fee’s ouders Florus een beetje vergeten. Dat heb je als je al 30 kinderen hebt. Tegen de tijd dat de vergissing ontdekt werd, was het al te laat om de naam nog te veranderen, dus is er een Florus I en een Florus II. Om niet nog een keer zo’n vergissing te maken, besloten Fee’s ouders om hun laatste kindje de naam ‘Fee’ te geven. Daarvan wisten ze zeker dat ze de naam niet eerder gebruikt hadden.
   Maar het is nog verwarrend genoeg hoor, om die 32 mensen en namen uit elkaar te houden. En natuurlijk zijn er ook genoeg tweelingen die het allemaal nog verwarrender maken. Zo zijn er Flavia en Flavio, Fleur en Flair, Flash en Fleta, en Finn en Flinn. Erg verwarrend allemaal, maar gelukkig gaat dat bij alle feeën families zo en zijn de feetjes niet anders gewend.
   Nu zul je wel denken, als die allemaal bij jou op je flat wonen, dan is het een drukke boel. Maar zo is het niet. Bij mij woont alleen Fee. Ze krijgt wel eens bezoek van een broer of zus, vooral van Fenna, de zus die net iets ouder is dan zij. Haar moeder komt ook regelmatig langs. Ik merk daar verder niets van. Ik vraag me af of ik het zou merken als ze alle 34 bij mij zouden zijn. Ik denk het niet. Dat is het mooie van feeën – ze vallen nooit op. Dat vond ik ook gelijk het jammerlijke, want ik had ze best ’s willen zien of spreken. Ik kon alleen maar de verhalen van Miezemies horen.

Naar hoofdstuk 2 >>>